startpagina
teksten Osse canon *
de 50 vensters: een overzicht
ontstaan canon
canonkaart
links
contact & colofon
zoeken

De Osse canon geeft in 50 vensters de geschiedenis weer van de gemeente Oss, vanaf de prehistorie tot aan de huidige tijd.

De Osse canon wil de lokale geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk en laagdrempelig maken; deze canon is van én voor iedereen in de gemeente Oss.

  vorig venster volgend venster
 
  De Franse heersers
22. De Franse heersers
  1794 – 1800 & 1806 – 1813
 

 

In de herfst van 1794 bezette het revolutionaire Franse leger het zuiden van Nederland tot de Maas. Begin 1795 trokken zij over de bevroren rivieren door naar het noorden. In januari 1795 werd de Bataafse Republiek uitgeroepen. Hierbij kregen de Fransen hulp van de patriotten. De republiek omvatte het grootste deel van het huidige Nederland. Stadhouder Willem V, die daarvoor aan de macht was, vluchtte naar Engeland.
Megen en Ravenstein werden direct al na de invasie van de revolutionaire legertroepen bij Frankrijk ingelijfd omdat de heren van deze gebieden tot de Duitse adel behoorden. Zij werden gezien als vijanden van de Franse Revolutie. Oss en Berghem mochten met de rest van Nederland deel uitmaken van de Bataafse Republiek.
In Megen werd het einde van het feodalisme, het gezag van de graaf, feestelijk gevierd door een vrijheidsboom te planten. Een aantal feodale verplichtingen werden met de komst van de Fransen afgeschaft. Zo hoefden Megen en Ravenstein geen tienden (tiende deel van de oogst) meer te betalen. Molendwang, tol en cijnzen verdwenen. De nieuwe municipaliteiten, de voorlopers van de huidige gemeenten, werden gekozen. Keerzijde van de medaille was een hoge Franse belasting, want aan de nieuwe vrijheid hing ook een prijskaartje.
Alle inwoners werden verplicht een kokarde te dragen. Dit was een soort ronde medaille met strikken in de kleuren van de Franse vlag (rood-wit-blauw) die op de hoed of jas werd gedragen. De kokarde was een teken van steun aan de Franse Revolutie.

De Fransen voerden in Megen en Ravenstein de burgerlijke stand in. Voortaan werd bijgehouden wanneer iedereen geboren, getrouwd en overleden was. Op religieus terrein werden openbare processies verboden en uiterlijke tekenen van religie in de openbare ruimte weggenomen. De Fransen voerden eveneens de gendarme in, de militaire politie. Na vijf jaar onder Frans bestuur werden Megen, Ravenstein en andere grensgebieden weer verkocht aan de Bataafse Republiek. Vanaf dat moment deelden zij met een status aparte tot 1805 de lotgevallen van de Republiek. Opvallend was, dat een aantal inwoners van deze grensgebieden liever onderdeel van Frankrijk was gebleven, waarschijnlijk door de afschaffing van tienden en invoering van de gendarme. De invoering van het nieuwe belastingstelsel van minister van financiën Gogel in 1806 stuitte op veel verzet in het land van Ravenstein.

De Franse inmenging in de Bataafse politiek werd steeds groter. De oude gewesten maakten plaats voor departementen en een strak centraal gezag. In 1806 werd Nederland een satellietstaat van het Franse keizerrijk met Lodewijk Napoleon als eerste koning van dit land. Koning Lodewijk Napoleon, die geliefd wilde worden bij zijn nieuwe onderdanen, bekommerde zich om de armoede in onze streek en kwam zich persoonlijk op de hoogte stellen van de wateroverlast na hevige overstromingen in deze streek door de Beerse Maas in 1809. Megen en Ravenstein mochten zich verheugen op vorstelijk bezoek.
Na 1810 nam Keizer Napoleon zelf de touwtjes in handen. Zijn regime kenmerkte zich door krachtdadigheid (de invoering van de Code Napoleon, met de scheiding van bestuur en rechtspraak, de invoering van een Wetboek van Strafrecht en een nieuwe rechterlijke organisatie) en hardheid (invoering van dienstplicht). Ook in Oss en Berghem werd de burgerlijke stand ingevoerd.

Bijdrage: Tiny Romme