“… het onder het hoedje vrijen in Noord-Braband, wanneer de neder- geslagen hoed het gulle mingekoos voor den afgunstigen bespieder bedekt.” 

Dit heeft niets te maken met de uitdrukking met een hoedje (condoom) vrijen. Het is dus tongzoenen door jongeren, waarbij een hoed deze intieme handeling bedekt. Dit moet je plaatsen in een tijdperk waarin het kussen in het openbaar, zeker op het platteland van Brabant, als een grote schande gold.
Jongeren in die tijd probeerden net als nu de grenzen van schaamte te verleggen door juist wel in het openbaar te tongzoenen, maar dan met een hoed als bedekking. Uiteraard is het bedekken van de gezichten met de hoed, wanneer jongeren van de dichtbij elkaar zijn, juist weer een indicatie dat er heftig getongd werd. Dit verklaart de rage in het Oost-Brabantse, met name in het gebied van het voormalig Land van Ravenstein.

Terug naar venster 25