In de zomer van 1963 landde er een vliegtuig op Schiphol. De meeste reizigers waren gastarbeiders, waaronder
ook mijn vader Cavit Keles. De groep werd opgewacht door heel veel mensen die blij waren met hun komst.
Ze, meeste mannen, zouden gaan werken op plaatsen waar dat hoognodig was. Ze voelden zich door deze aangename
en gastvrije opwachting ontzettend welkom. Later vertelde mijn vader heel vaak hoe blij hij was met dat ontvangst.
Ik was er niet bij, maar kon zijn verhaal visualiseren. Wat een mooie welkomst moet dat geweest zijn.
Blij waren deze mannen dat ze eindelijk na de zware en lange selectieprocedure in Turkije in een land kwamen
waar ze hun brood konden verdienen. Dat lukte in Turkije niet zo goed, want er was nauwelijks werk voor hun. Het ontbreken
van een vooropleiding was daar vaak ook de oorzaak van. Destijds was scholing nog niet belangrijk. Bovendien was
een opleiding absoluut niet betaalbaar voor hun ouders, die het hoofd al moeilijk boven water konden houden.
Mijn vader kwam terecht in Oss bij Thomassen Drijver. Tevreden was hij over zijn bazen en zijn
collega’s. Hij moest zoals de meeste gastarbeiders ontzettend hard werken en zag dat ook
als zijn plicht. Hij moest tenslotte twee gezinnen onderhouden, zijn eigen gezin en die van zijn vader.
Maar hij miste zijn tamelijk jonge kinderen, zijn gezin. Dat gemis zorgde ervoor dat hij na een aantal jaren
gewerkt te hebben, voorgoed naar zijn gezin terugkeerde.
Eenmaal daar aangekomen was het weer moeilijk om werk te vinden. Uiteindelijk heeft hij zelf
een brief geschreven naar Thomassen Drijver in Oss om te vertellen dat hij toch
weer wilde komen werken. Het bedrijf ging daar op in en heeft mijn vader in 1971 opnieuw naar
Nederland gehaald.
Een paar jaar later - in juni 1975 - kwam hij naar Turkije om mijn moeder, mijn zus en mij naar Nederland (Oss),
over te halen. Mijn zus en ik waren de jongste kinderen. Mijn drie grote broers moesten daar achterblijven
om hun opleiding af te maken. Althans, dat was eerst de bedoeling.
Mijn moeder kon niet zonder haar overige kinderen, ze had intens verdriet en een ontzettende heimwee.
Ik zie nog het beeld van een steeds huilende en verdrietige moeder voor me. Een paar maanden later kwam
ook mijn oudste broer en kort daarna mijn twee overige broers over.
Het gezin was compleet, op mijn oudste zus na. Die was inmiddels getrouwd . Haar man en zij
wilden hun toekomst in Turkije opbouwen.
Anno 2008 is dit gezin uitgegroeid – inclusief aangetrouwde familieleden, kleinkinderen en achterkleinkinderen - tot
32 mensen. Inmiddels is ook de oudste dochter in Nederland en zij is zelfs al oma, waaronder van een drieling.
Bijdrage: Belgin Keles
Terug naar venster 44, Nieuwe Ossenaren