In augustus 1914 brak in Europa een oorlog uit die vanwege zijn omvang de Eerste Wereldoorlog ging heten. Europa was verdeeld in Geallieerden en Centralen en slechts enkele landen wisten zich buiten de strijd te houden. Daaronder was ook Nederland. Maar de Nederlandse neutraliteit kon niet voorkomen dat ook in Nederland, en zeker in Noord Brabant, de gevolgen van de oorlog goed merkbaar waren. Er werden Belgische vluchtelingen opgevangen, voedsel ging op de bon en in Oss werden noodbiljetten uitgegeven door de schaarste aan muntgeld.
België had zich ook neutraal verklaard, maar het Duitse Von Schlieffenplan negeerde deze neutraliteit en maakte België tot slachtoffer van de strijdende partijen. Dit plan beoogde een snelle verrassende Duitse aanval op Frankrijk via Nederland (Limburg), België en Luxemburg. Met een grote boog moest Parijs omsingeld worden en tot overgave worden gedwongen. Op het laatste moment werd besloten om niet via Nederland op te trekken, maar alleen via België en Luxemburg. Uiteindelijk liep de verrassingsaanval vast in het noorden van Frankrijk en in het zuiden van Vlaanderen. Daar ontstond een loopgravenoorlog die tot eind 1918 zou duren. De onverwachte Duitse aanval op Frankrijk via België bracht bij onze zuiderburen paniek. Veel Belgen vluchtten naar Nederland, vooral naar Noord Brabant. In Uden werd een groot opvangkamp gebouwd.
In onze gemeente is de Eerste Wereldoorlog ook niet ongemerkt voorbij gegaan. In Ravenstein kreeg het tuinhuisje van de familie Suermondt aan de Walstraat/gracht tijdelijke bewoners uit België. Het huisje was omstreeks 1885 gebouwd als leerlooierij, maar was al snel buiten bedrijf gesteld en omgedoopt tot tuinhuisje, waar de familie Suermondt zich ontspande.
Meer ingrijpend was de situatie rond de Ravensteinse spoorbrug. Vanwege de strategisch ligging van de brug over de Maas werd de brug permanent bewaakt door soldaten van de Nederlandse landweer. Elke trein moest wachten op toestemming om de brug te passeren. Vanwege de grote vertraging die hier het gevolg van was, werd na verloop van tijd de verplichting om te stoppen, omgezet in een maximum snelheid van tien kilometer per uur bij het overgaan van de spoorbrug. Ook het scheepvaartverkeer op de Maas werd gecontroleerd. Elk passerend schip werd nagekeken voordat het toestemming kreeg onder de brug door te varen.
De spoorbrug zelf was door het Nederlandse leger ondermijnd om de brug te kunnen laten springen als er een aanval te verwachten was. Het Von Schlieffenplan was na de Duitse aanval op België en Luxemburg snel bekend geworden en men vreesde alsnog voor de neutraliteit van Nederland. Vanaf december 1914 werden de slaghoedjes van de explosieven verwijderd uit angst voor een ongeplande ontploffing door trillingen van een passerende trein.
De bewaking van de brug leidde ook tot de tragische dood van een jongen, die getroffen werd door een kogel waarmee een bewaker van de spoorwegovergang een rijtuig staande wilde houden. De voerman van het paard met rijtuig had een waarschuwingsschot genegeerd waarna de bewaker een schot loste in de richting van het rijtuig. Het schot trof de dertienjarige jongen, terwijl hij op de dijk liep.
Op 11 november 1918, toen er een wapenstilstand werd gesloten, werden de ondermijning en de bewaking opgeheven. De brug had de oorlog ongeschonden doorstaan. Maar in de Tweede Wereldoorlog zou de brug het niet redden.
Bijdrage: Rop van de Burgt
Literatuur:
De spoorbrug bij Ravenstein, P.L.A. Pouwels, Heemkundekring Land van Ravenstein, 2006
Te bezichtigen:
De spoorbrug van Ravenstein
Het tuinhuisje in Ravenstein, tegenwoordig ingericht als leerlooierijmuseum (alleen op afspraak)
|