startpagina
teksten Osse canon *
de 50 vensters: een overzicht
ontstaan canon
canonkaart
links
contact & colofon
zoeken

De Osse canon geeft in 50 vensters de geschiedenis weer van de gemeente Oss, vanaf de prehistorie tot aan de huidige tijd.

De Osse canon wil de lokale geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk en laagdrempelig maken; deze canon is van én voor iedereen in de gemeente Oss.

  vorig venster volgend venster
 
  De regio in kaart
13. De regio in kaart
  1540 - 1750
 

Kaarten zijn eeuwenlang om uiteenlopende redenen gemaakt. Er zat soms een militair doel achter of men wilde kunnen bepalen wie de eigenaar van een bepaald stuk grond was. Ook vanuit stedenbouwkundige motieven zijn er kaarten ontwikkeld, bijvoorbeeld voor een stadsuitbreiding. Dit leverde stadsplattegronden of stadsaanzichten op, maar ook polderkaarten, gewestkaarten of perceelskaarten. Het kon zelfs gewoon gaan om een mooie wandversiering.

Tot 1540 werden kaarten meestal gemaakt door schilders. Zij werkten niet met een meetbare schaal of nauwkeurige verhoudingen. Maar door verbetering van de meet- en reproductietechnieken halverwege de zestiende eeuw werden kaarten een stuk nauwkeuriger; ze werden dan ook steeds meer door specialisten gemaakt. Zo kwam in de zestiende eeuw de driehoeksmeting op. Deze werd uitgevoerd met speciale instrumenten zoals de boussole, een kompas met een gradenindeling. Jacob van Deventer maakte omstreeks 1560 gebruik van de modernste technieken van zijn tijd om in opdracht van koning Filips II alle vestingsteden van de Nederlanden in beeld te brengen. Binnen deze regio tekende hij stadsplattegronden van Megen en ’s-Hertogenbosch. Op de kaart van Megen zijn het kasteel en de stadsmuren te zien, maar ook vier stadspoorten. Eén van de vier staat er nog: de Gevangenenpoort.

In de zeventiende eeuw tekenden Blaeu, Janssonius en Visscher de diverse gewesten. Hun werk werd gegraveerd op koperplaten, zodat er afdrukken van konden worden gemaakt. Deze werden daarna vaak ingekleurd. Onze regio is te vinden op kaarten van het hertogdom Brabant. Deze werkstukken zijn mooi, maar niet zo nauwkeurig als we tegenwoordig zouden wensen. Toch is er veel op te zien, zoals op de twee kaarten van Nicolaas Visscher van ongeveer 1680. De ene is een fragment van de kaart van de Meierij van ’s-Hertogenbosch, de andere laat de Lage Maaskant zien met de vier Maaspolders: Polder van der Eigen, Polder van Empel, Het Laag en Het Hoog Hemaal.

Vanaf ongeveer 1750 werden de kaarten van onze regio nauwkeuriger. Daarbij vallen vooral de werkstukken van Willem Tiberius Hattinga en zijn beide zoons op. We zien een fragment van de kaart van de Maaskant van 1748. Daarop werd vooral het gebied afgebeeld dat jaarlijks enige tijd overstroomde met water van de Beerse Maas. Dit water kwam via de overlaten bij Cuijk en Beers het poldergebied langs de Maas binnen. Nog beter werden de topografische kaarten van de negentiende eeuw. Daarvoor werden uitgebreide terreinverkenningen en metingen verricht door militairen. Maar de basis hiervoor was het eerste kadaster van Nederland, dat in 1832 gereedkwam. Daarin was nauwkeurig de ligging vastgelegd van elk perceel en elk gebouw in het hele land.
Of zoals in Lith nog altijd aanwezig is het fijnmazig samenhangend stelsel van een dorpsstructuur met haar bebouwing, graslanden, weitjes, achterpaden, erven, overtuinen en haar nog altijd aanwezige unieke woonpaden.

Bijdrage: Henk Buijks, met een toevoeging in 2017 naar aanleiding van het padenplan Lith.

Meer informatie over het padenplan Lith:
Gemeentesite Oss, project padenplan
Wandelroute Anton Coolen
Wandelroute dorp aan de rivier