|
Eind 2008 telt de gemeente Oss bijna 77.000 inwoners die verspreid wonen over zestien kernen op een gebied van 10.442 ha groot. Twintig jaar geleden telde de gemeente Oss slechts één kern: Oss zelf. Berghem, Megen en Ravenstein waren nog zelfstandig. De plattelandsgemeenten op het platteland rond Oss wilden wel samenwerken, maar 'herindeling' was een vies woord.
De landelijke politiek, die in de jaren tachtig flink had geëxperimenteerd met stads- en streekgewesten, besloot echter in 1993 tot een grootschalige gemeentelijke herindeling: Berghem, Megen en Oss gingen vanaf 1994 een nieuwe gemeente Oss vormen. Ravenstein, dat in 2000 besloot zichzelf op te heffen, kwam daar op 1 januari 2003 bij. In 2011 wordt de gemeente Lith onderdeel van de gemeente Oss en ook Maasdonk denkt na over de toekomst.
In Berghem was de weerstand tegen de stad het sterkst. Voor het gemeentehuis werd zelfs een vrijheidsbeeld opgericht. In het verleden waren er echter al zeer hechte banden met Oss, dat ooit één schepenbank deelde met Berghem. Ook de gemeenschappelijke gronden van Berghem en Oss vormden één geheel. En tot 1677 behoorde Berghem tot de parochie Oss. In 1799 dreigde een samenvoeging van Berghem met Nistelrode. Helemaal vreemd was dat niet, want beide plaatsen vormden één protestantse gemeente. De Berghemnaren lieten blijken hoe zij erover dachten; vermeld wordt “dat de ingezeetenen deezer gemeente daarover zeer ontevreeden waren” en men was bang “dat hierover zeer groote oneenigheden stonden te rijzen”. De samenvoeging ging niet door.
Ook de combinatie van Berghem met Herpen bleek moeilijk. In 1920 wees de raad van Berghem een provinciaal voorstel in die richting af: de inwoners van Herpen waren heel anders dan de Berghemnaren. In de jaren zestig kwam Oss om de hoek kijken en het woord ‘annexatie’ viel regelmatig. Maar fel verzet hield de ‘schade’ beperkt tot enkele grenscorrecties, vooral omdat Oss ruimte nodig had voor zijn industrie. In 1994 kwam het er toch van, Berghem kwam bij de gemeente Oss.
In het Ravensteinse werden de minigemeenten Ravenstein, Deursen-Dennenburg, Dieden-Demen-Langel en Huisseling-Neerloon in 1923 zonder veel problemen samengevoegd. Meer voeten in de aarde had de samenvoeging met Herpen. Dit dorp, op de zandgrond gelegen, had vanouds nauwe banden met Schaijk. De relatie met Ravenstein was er één van water en vuur. Er bestond een mentaliteitsverschil tussen het boerendorp en het vanouds wat deftige stadje. Maar ook de ligging van Ravenstein op de klei maakte voor de Herpenaar iets uit. Toch werd in de jaren dertig een herindeling voorbereid. Per 1 januari 1942, tijdens de Duitse bezetting, werd deze een feit. Gedurende de vijftig daaropvolgende jaren is de kloof tussen Herpen en Ravenstein nooit gedicht. Dat bleek bijvoorbeeld uit het feit dat Herpen zijn eigen brandweer behield.
Vergeleken met alle wapengekletter elders bleef het in Megen, Haren en Macharen relatief rustig. Wel roerde men daar de trom begin jaren negentig, toen een herindeling eraan zat te komen. Maar de sentimenten waren vooral gericht op het behoud van de zelfstandigheid, niet specifiek tegen Oss.
De instelling van dorpsraden na de gemeentelijke herindeling van 1994 was een maatregel waarmee de dorpen zeggenschap hielden binnen de gemeente. Dit gaf binnen de voormalige plattelandsgemeenten veel ‘goodwill’.
Bijdrage: Henk Buijks
|